Biobased materialen winnen snel terrein in de bouwsector, maar in hoeverre zijn ze ook biologisch afbreekbaar? Die vraag staat centraal in een praktijkonderzoek dat momenteel plaatsvindt in het Living Greenlab in Den Bosch. Volgens een bericht van MNEXT.nl onderzoeken twee materiaalspecialisten hoe verschillende vormen van mycelium biocomposieten zich gedragen in natuurlijke bodemomstandigheden.
Onderzoekers Paula Jerez Zarandona en Fran Ortega Exposito testen vier typen biocomposieten op basis van koolzaadstro en mycelium, die zijn begraven in de grond. Er wordt onder andere gekeken naar het effect van coating en vorm — variërend van schuimachtig tot geperste platen — op het afbraakproces. De looptijd van het experiment bedraagt twintig weken.
Biobased is niet automatisch composteerbaar
Uit het onderzoek blijkt dat biobased materialen lang niet altijd biologisch afbreekbaar zijn. Hoewel mycelium bekendstaat als een natuurlijk alternatief voor materialen zoals EPS of beton, moet de praktijk uitwijzen of het zich na gebruik ook daadwerkelijk op een milieuvriendelijke manier laat afbreken. Volgens de onderzoekers kan volledige afbraak drie tot vijf maanden duren. Tegelijkertijd wordt gemonitord of het materiaal effect heeft op de kwaliteit van de bodem.
Noodzaak tot circulaire alternatieven
De Europese bouwsector produceert 38% van al het afval en is verantwoordelijk voor een aanzienlijk deel van de mondiale CO₂-uitstoot. De druk om met circulaire, hernieuwbare materialen te werken is dan ook groot. Mycelium biocomposieten – gemaakt van landbouwreststromen – bieden perspectief: lichtgewicht, isolerend en potentieel volledig composteerbaar.
Stap richting realistisch materiaalgebruik
Hoewel het experiment kleinschalig is, draagt het volgens MNEXT bij aan meer kennis over de werkelijke eigenschappen van biobased materialen. Die inzichten zijn onmisbaar om de bouwsector te verduurzamen zonder concessies te doen aan milieudoelen of materiaalprestaties.
Meer over dit onderzoek is te vinden op MNEXT.nl.