Methanol is een veelzijdige en veelgevraagde chemische bouwsteen. Het wordt gebruikt als grondstof voor kunststoffen, lijmen, antivriesmiddelen en brandstoffen. Maar methanol is ook een probleemkind: het overgrote deel wordt geproduceerd uit fossiele bronnen zoals aardgas en steenkool, met een stevige CO₂-uitstoot tot gevolg.
Dat kan anders, stelt TNO in een recent artikel: biomethanol, gemaakt uit laagwaardige reststromen, is technisch én economisch haalbaar. De route naar grootschalige, duurzame methanolproductie ligt open, mits er tijdig wordt opgeschaald.
Bermgras, mest en snoeihout als bron
De biomassa die TNO onderzoekt, is niet van de meest hoogwaardige soort. Het gaat om moeilijk te verwaarden reststromen zoals bermgras, dierlijke mest, snoeiafval en ander groente-, fruit- en tuinafval. Juist deze stromen vormen een uitdaging in de energietransitie en de biobased economie: ze zijn wél beschikbaar in grote volumes, maar kennen vaak lage economische waarde en hoge logistieke of verwerkingskosten.
Door deze stromen om te zetten naar biomethanol via vergassing en synthese, ontstaat een nieuwe toepassing met hoge toegevoegde waarde. Methanol wordt namelijk breed toegepast in de industrie én kan een belangrijke rol spelen als maritieme brandstof. De markt is dus groot, en de impact potentieel aanzienlijk.
Vergassingstechnologie
TNO onderzoekt samen met het Noorse energiebedrijf Equinor – de grootste methanolproducent van Europa – hoe biomassa een rol kan spelen in de verduurzaming van methanolproductie. Centraal staat de vraag wat de rol van vergassingstechnologie kan zijn in het gebruik van laagwaardige biomassa als grondstof. Die technologie, waarbij biomassa onder hoge temperatuur wordt omgezet in synthesegas, is veelbelovend maar complex. Door deze samenwerking kunnen kennis en praktijkervaring uit industrie en onderzoek effectief worden gekoppeld.
“De ruime beschikbaarheid en gunstige prijs van houtachtige reststromen zoals bagasse maken grootschalige productie van biomethanol aantrekkelijk, wat leidt tot duurzame brandstoffen, plastics, cosmetica en diverse marktkansen.”
Berend Vreugdenhil – Senior onderzoeker duurzame brandstoffen, TNO
Technologische doorbraak: van lab naar praktijk
TNO werkt met verschillende partners aan de ontwikkeling van een geïntegreerde keten: van biomassaselectie, vergassing en gasreiniging tot methanolsynthese. De sleutel ligt in schaalbaarheid en kostenefficiëntie. Volgens TNO laat de nieuwste generatie installaties zien dat biomethanol rendabel kan worden geproduceerd, zelfs uit moeilijk verwerkbare reststromen.
In het onderzoek wordt ook gekeken naar warmte-integratie en benutting van reststromen uit het proces zelf. Dit draagt bij aan een minimale milieubelasting en sluit aan bij de doelstellingen van de circulaire economie.
Strategisch voordeel voor de industrie
Voor de chemische industrie biedt biomethanol een directe route naar vergroening zonder fundamentele wijzigingen in bestaande processen. Ook de scheepvaartsector – op zoek naar alternatieven voor zware stookolie – kan biomethanol inzetten als schonere brandstof, mits infrastructuur en regelgeving mee-evolueren.
De inzet van lokale reststromen vermindert bovendien de afhankelijkheid van fossiele importstromen en draagt bij aan leveringszekerheid in een geopolitiek instabiele markt.
Van pilot naar praktijk
Hoewel de technologie zich inmiddels op pilotschaal heeft bewezen, is opschaling cruciaal. Daarvoor zijn investeringen nodig in regionale installaties, logistiek en afzetmarkten. Beleid speelt hierbij een sleutelrol: denk aan bijmengverplichtingen, subsidies en markttoegang voor biobased brandstoffen.
Volgens TNO ligt er een duidelijke kans om biomethanol structureel op te nemen in de Europese energie- en grondstoffenmix. De samenwerking met Equinor laat zien dat ook grote industriële spelers de potentie van biogrondstoffen steeds serieuzer nemen.
Bron: TNO
Bron foto Wikipedia