Op 5 en 6 november komt in de Jaarbeurs Utrecht de Klimaattop Gebouwde Omgeving bijeen. De organisatie verwacht een grote groep deelnemers uit overheid, bouw en energie. Het doel is versnellen, met afspraken die doorwerken tot op de bouwplaats.
De top ontstond in 2024 uit ongeduld over de trage uitvoering. De eerste editie leverde tientallen samenwerkingen op. Dit jaar moet dat uitgroeien tot een groter netwerk en meer deals die sectorbreed effect hebben. De aandacht ligt op besluiten die direct de bouwplaats raken.
De agenda draait om samenhang tussen energietransitie, circulair bouwen, klimaatadaptatie, sociale impact, financiering, regie en regels, en de arbeidsmarkt met een rol voor digitale hulpmiddelen. De vraag is telkens waar projecten vastlopen, welke regels helpen of hinderen en wie welk deel van de uitvoering op zich neemt. De top positioneert zich als werkconferentie waar beleid en praktijk elkaar treffen.
Materiaalkeuze krijgt nadruk. Circulair bouwen schuift op van pilots naar schaal. Biobased komt expliciet in beeld bij isolatie, afbouw en gevels. Daarmee ontstaat een ketenvraag die verder reikt dan één project. Leveringszekerheid, kwaliteit en prijs moeten aansluiten op aanbestedingen en langjarige afzet. Zonder die koppeling blijft de productiecapaciteit in teelt en verwerking achter. Met duidelijke afspraken kunnen producenten investeren en opdrachtgevers sturen op aantoonbare milieuvoordelen.
Materiaal en warmte bepalen het tempo
Ook de warmtevoorziening is onderwerp van gesprek. In veel wijken draait het om de juiste volgorde. Netcapaciteit, elektrificatie, warmtenetten en lokale opwek vragen om keuzes die per buurt verschillen. Bio energie speelt op sommige plekken nog een rol, vaak tijdelijk en altijd getoetst op emissies en herkomst. De toon is pragmatisch. Niet het ene systeem wint per definitie van het andere, de volgorde en betaalbaarheid voor bewoners en gebouweigenaren bepalen wat werkt.
De spanning tussen landelijke doelen en lokale uitvoering loopt als rode draad door het programma. Gemeenten krijgen veel taken en maken tempo waar het kan, maar lopen aan tegen procedures en stijgende kosten voor arbeid en materiaal. De verwachting is dat deals op de top juist die kloof helpen dichten. Afspraken moeten juridisch kunnen, financieel kloppen en maatschappelijk draagvlak houden. Dat vraagt om heldere taakverdeling tussen rijk, regio, corporaties en marktpartijen.
De maatschappelijke lading is breder dan het klimaatdossier. Minder energieverlies in woningen drukt woonlasten. Slimmere materiaalkeuze verlaagt de uitstoot van nieuwbouw en renovatie. Bouwen met oog voor hitte en piekbuien beperkt schade bij extremen. In Utrecht moet dat landen in concrete afspraken met naam en toenaam. Partners die samen een keten vormen, van materiaalproducent en verwerker tot ontwerpteam en opdrachtgever, leggen vast wat zij de komende jaren leveren.
Daarmee wordt de top een test voor de uitvoeringskracht van de sector. Als deals zichtbaar doorwerken in aanbestedingen, in standaarddetails en in opleidingen, dan versnelt de praktijk. Blijft het bij goede bedoelingen, dan lopen doelen opnieuw vertraging op. De lat ligt hoog. Het aantal deelnemers groeit, de ambities ook. Wat telt is of na november meer projecten starten die minder uitstoten, minder grondstoffen vragen en beter bestand zijn tegen een veranderend klimaat.
Meer info over de Klimaattop Go: https://www.klimaattopgo.nl/









