Op 7 oktober vond een webinar plaats over strategie en communicatie rond biogrondstoffen. De focus lag op chemie en materialen, maar de bijeenkomst ging over veel meer dan alleen technische innovaties. Centraal stond de vraag: hoe breng je een complexe boodschap over een beladen onderwerp overtuigend, feitelijk en geloofwaardig over?
Feiten als fundament in een gevoelig debat
John Bouterse van Platform Bio-Economie trapte af met een analyse van het publieke debat rond biomassa. “Het woord ‘biomassa’ roept bij sommigen direct weerstand op,” stelde John Bouterse. “Daarom moeten we scherp zijn op taalgebruik. Woorden doen ertoe.” Platform Bio-Economie kiest bewust voor een neutrale toon en focust op feiten. De website Biomassafeiten.nl vormt het hart van die aanpak, met fact sheets, achtergrondverhalen en interviews. “We proberen geen mening op te dringen, maar wel te zorgen dat mensen toegang hebben tot betrouwbare informatie.”
De keuze van communicatiekanalen is daarbij essentieel. X (voorheen Twitter) bleek uiteindelijk een minder effectief platform. “X werkt niet meer voor ons. Te weinig bereik, te veel ruis,” zei John Bouterse. LinkedIn is inmiddels het belangrijkste medium geworden voor de doelgroep van professionals en beleidsmakers. Vooral de ‘social proof’-campagnes, waarin mensen uit de sector hun verhaal delen, slaan aan. “Als je ziet wat je collega of buurman doet, dan komt het pas echt binnen.”
Een belangrijk aandachtspunt is framing. Platform Bio-Economie let scherp op het gebruik van woorden als biomassa, biogrondstof of biobased. Elk woord roept andere beelden en verwachtingen op. “Het is verleidelijk om het debat te willen winnen met een sterk frame, maar ons doel is juist om het gesprek te openen,” aldus John Bouterse.
Houtige biogrondstoffen tussen marktlogica en beleidskeuzes
Arthur Vernooij van RWE presenteerde een uitgebreide studie naar de marktdynamiek van houtige biogrondstoffen, uitgevoerd door een externe partij. Hij liet zien dat de internationale markt voor witte houtpellets nog altijd groeit. De huidige vraag ligt rond de 24 miljoen ton per jaar, maar in een scenario met sterke beleidssturing zou dit kunnen oplopen tot 70 tot zelfs 125 miljoen ton wereldwijd in 2040.
Een belangrijk thema in zijn presentatie was BECCS: bio-energie met CO2-opslag. Deze technologie biedt kansen voor negatieve emissies, maar de kosten zijn hoog. “In een modelcase bleek de bereidheid om te betalen ongeveer 166 euro per ton biomassa,” lichtte Arthur Vernooij toe. “Dat ligt dicht tegen de huidige marktprijs aan, wat betekent dat de marge klein is.”
Volgens Arthur Vernooij dreigt er een verdelingskwestie. Sectoren als luchtvaart, cement en staal hebben ieder hun eigen transitiepad, maar willen mogelijk allemaal toegang tot dezelfde biogrondstoffen. “De luchtvaart kan hogere prijzen betalen vanwege de bijmengverplichting voor duurzame brandstoffen, maar dat zet druk op andere sectoren,” zei hij. “We moeten dus keuzes maken over waar we biogrondstoffen het beste inzetten.”
De studie keek ook naar aanbod. Noord-Amerika en Zuid-Amerika blijven dominante exporteurs, maar duurzaamheidseisen kunnen de productie beperken. Alleen een deel van de nieuwe aanplant is geschikt voor duurzame ketens. “De bottleneck zit vaak niet in de grondstof zelf, maar in logistiek, certificering en investeringsbereidheid.”
Biobased materialen vragen om meer dan technologie
Edwin Hamoen, programmaleider van BioBased Circular, gaf inzicht in het Groeifondsprogramma dat Nederland moet helpen om biobased materialen grootschalig te produceren. Het programma richt zich op biopolyesters, omdat deze goed aansluiten op bestaande recyclingtechnologieën en chemische infrastructuren. “We zoeken naar polymeren die herbruikbaar én hernieuwbaar zijn,” legde Edwin Hamoen uit.
Het programma werkt met een fasemodel voor systeemverandering: van ‘inertie’, via ‘inceptie’ en ‘competitie’, naar ‘institutionalisering’. “We zitten nu in de fase waarin technologie en verdienmodellen concurreren om een plek op de markt. Daar hoort ook bij dat we helder zijn over begrippen,” zei Edwin Hamoen. “Veel mensen denken dat biobased ook biologisch afbreekbaar betekent, maar dat is niet zo. Dat misverstand schaadt het vertrouwen.”
BioBased Circular investeert in ketenprojecten, zoals de ontwikkeling van biobased textiel, verpakkingen en isolatiematerialen. Grote chemische bedrijven, mkb en kennisinstellingen zijn aangesloten. Toch benadrukte Edwin Hamoen dat technologische innovatie alleen niet genoeg is. “Zonder beleid, regelgeving en publieke acceptatie gaan we die transitie niet maken.”
Op weg naar een samenhangende strategie voor biogrondstoffen
Bernard van der Horst, projectleider namens de ministeries van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), Klimaat en Groene Groei (KGG) en Infrastructuur en Waterstaat (I&W) sloot het webinar af met een toelichting op de nationale strategie voor biogrondstoffen. Die strategie is in ontwikkeling en moet richting geven aan het gebruik van biomassa in Nederland, voor zowel energie, materialen als chemie.
“We willen niet dat iedere sector zijn eigen plan trekt,” zei Bernard van der Horst. “Daarom kijken we integraal: hoe verdelen we de beschikbare biogrondstoffen op een manier die ecologisch verantwoord is en economisch logisch.”
In de strategie worden vier uitgangspunten gehanteerd: ecologische grenzen, maatschappelijke wensen, economische verdienmodellen en internationale context. “Nederland is afhankelijk van import, maar we hebben ook binnenlandse reststromen. Daar moeten we zuinig op zijn,” stelde Bernard van der Horst. “We stimuleren toepassingen met een hoge toegevoegde waarde, zoals materialen of chemicaliën, boven laagwaardige toepassingen.”
De overheid voert gesprekken met stakeholders uit verschillende sectoren om de strategie vorm te geven. Participatie speelt daarin een centrale rol. “We willen geen dictaat van bovenaf, maar een gedragen koers waar ook provincies, bedrijven en ngo’s zich in herkennen.”
Samenhang tussen strategie en communicatie
Wat het webinar vooral duidelijk maakte: de inzet van biogrondstoffen is geen puur technische of economische exercitie. Het is een maatschappelijke transitie waarin strategie en communicatie onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. De juiste woorden, gedeelde cijfers en geloofwaardige verhalen maken het verschil.
Of zoals John Bouterse het verwoordde: “Zonder communicatie geen begrip. En zonder begrip geen verandering.”
Met die boodschap eindigde een middag waarin duidelijk werd dat keuzes rond biomassa niet alleen gaan over CO2, maar ook over vertrouwen, taal, en het vermogen om samen richting te geven aan een duurzame toekomst.









