Ondernemers die investeren in duurzame energie krijgen ook in 2026 de kans om subsidie aan te vragen via de regeling SDE++. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) maakt bekend dat de ronde opnieuw wordt opengesteld, met een budget van ongeveer acht miljard euro. Het doel blijft hetzelfde: de uitstoot van broeikasgassen verlagen en de energietransitie versnellen.
RVO waarschuwt bedrijven die hun aanvraag nog dit jaar willen indienen om dat alleen te doen als hun project helemaal rond is. Een onvolledige aanvraag leidt tot afwijzing. Voor veel projecten is het daarom verstandiger om te wachten op de ronde van 2026, die naar verwachting in oktober open zal gaan. In de tussentijd kunnen ondernemers hun plannen verder uitwerken.
Een opvallende wijziging in de regeling is dat voor veel installaties geen bouwvergunning meer nodig is bij de aanvraag. Uitzonderingen zijn projecten met windturbines en zonnepanelen op daken. Ook mag CO₂-opslag voortaan plaatsvinden in andere EU-landen, Noorwegen, IJsland en Liechtenstein, zolang wordt voldaan aan de technische eisen.
Voor installaties kleiner dan één megawatt geldt nu ook een verplichte haalbaarheidsstudie. Bij warmteprojecten waarbij externe afnemers betrokken zijn, moet een ondertekende verklaring van die afnemers worden toegevoegd. Daarmee wil de overheid zekerheid dat de opgewekte warmte daadwerkelijk wordt afgenomen.
De berekening van de marktwaarde voor duurzame elektriciteit gebeurt vanaf oktober op basis van kwartierprijzen in plaats van uurtarieven. Dit kan invloed hebben op de opbrengst van projecten zoals vergisters die elektriciteit uit biogas opwekken. De wijziging moet zorgen voor een betere afstemming tussen productie en vraag op het elektriciteitsnet.
Een belangrijk aandachtspunt in de regeling blijft de positie van groen gas. Deze hernieuwbare energiedrager, geproduceerd uit mest, slib of organisch afval, speelt een rol in het verduurzamen van sectoren zoals industrie en mobiliteit. In de nieuwe regeling houdt RVO bij de subsidiecalculatie rekening met de waarde van de bijbehorende Garanties van Oorsprong. Door het advies van het Planbureau voor de Leefomgeving is het aannemelijk dat deze waarde ook meetelt in het definitieve correctiebedrag. Deze wijziging is al eerder aangekondigd in een kamerbrief van 17 februari 2023.
Voor nieuwe duurzame energieprojecten blijven er eisen bestaan aan de onderbouwing van de aanvraag. De overheid wil zeker weten dat installaties technisch haalbaar zijn en daadwerkelijk gaan bijdragen aan de klimaatdoelen. Haalbaarheidsstudies en vergunningen blijven daarom essentieel, vooral bij grotere projecten of wanneer externe warmteafnemers betrokken zijn.
De overheid onderzoekt daarnaast of er vanaf 2026 een maximale CO₂-voetafdruk wordt ingevoerd voor zonnepanelen die binnen de regeling vallen. Dit past in een bredere ontwikkeling waarin duurzaamheid van de hele productieketen belangrijker wordt. Ook producenten van hernieuwbare energie zullen zich in toenemende mate moeten verantwoorden over de impact van hun technologieën.
Met deze nieuwe ronde onderstreept de overheid het belang van een brede energiemix, waarin verschillende technieken samen bijdragen aan een klimaatneutrale toekomst. De versoepeling van voorwaarden en de aandacht voor marktontwikkeling geven bedrijven ruimte om innovatief te blijven, zolang ze hun plannen zorgvuldig voorbereiden.
Bron: RVO.nl