In het rapport Biogas Systems in Industry van IEA Bioenergy Task 37 staat hoe biogas een rol kan spelen in de verduurzaming van industriële ketens. Het onderzoek laat zien dat vergisting van organische reststromen niet alleen een hernieuwbare energiebron oplevert, maar ook de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen verkleint. Vooral sectoren met veel organisch afval, zoals de voedingsmiddelenindustrie, blijken geschikt. Bedrijven kunnen hun eigen energie opwekken en tegelijkertijd hun CO₂-uitstoot aanzienlijk verminderen. Dat sluit aan bij Europese doelen zoals de Green Deal en de Renewable Energy Directive.
Het rapport is gebaseerd op casestudies uit tien landen: Oostenrijk, Denemarken, Finland, Frankrijk, Duitsland, Ierland, Italië, Noorwegen, Zweden en Nederland. Deze voorbeelden illustreren hoe verschillend de aanpak per land is en welke factoren bepalend zijn voor succes. Zo blinkt Denemarken uit in de injectie van biomethaan in het gasnet, waardoor industrieën biogassystemen kunnen implementeren met gebruik van bestaande infrastructuur en garanties van oorsprong. Zweden daarentegen heeft een beperkt gasnet en richt zich vooral op biogasgebruik in transport. Toch groeit het industriële gebruik er sterk, met name in sectoren zoals de productie van voedingsmiddelen, dranken en tabak, en de papier- en pulpindustrie. Deze sectoren kunnen hun eigen bijproducten inzetten voor biogasproductie.
Vergelijkingen tussen de geanalyseerde landen tonen aan dat Oostenrijk, Denemarken en Ierland een hoog industrieel aandeel hebben in het biogasverbruik, voornamelijk voor warmteproductie. Ook Zweden, Frankrijk en Nederland kennen een sterke groei in sectoren zoals voedingsmiddelen, dranken en tabak. Biogas wordt vaak toegepast in sectoren met biologisch afbreekbare bijproducten, maar het gebruik in sectoren zonder zulke reststromen, zoals de chemische en petrochemische industrie, wijst mogelijk op een toenemende afhankelijkheid van extern geproduceerd biogas. hoe verschillend de aanpak per land is en welke factoren bepalend zijn voor succes.
Flexibele toepassingen
Biogas is op verschillende manieren inzetbaar. Sommige bedrijven kiezen ervoor om op eigen terrein een vergister te bouwen. Anderen werken samen met vergistingsbedrijven, bijvoorbeeld door hun reststromen af te voeren naar een nabijgelegen installatie. Er zijn ook bedrijven die het geproduceerde biogas laten zuiveren tot biomethaan en dit vervolgens invoeden in het gasnet. Deze variatie maakt het mogelijk om zowel kleinschalige als grootschalige toepassingen te realiseren, afhankelijk van de situatie en het bedrijfsmodel.
Logistieke voorwaarden
Een belangrijk aandachtspunt is de beschikbaarheid van infrastructuur. In gebieden zonder aansluiting op het gasnet is het injecteren van biomethaan niet mogelijk. In zulke gevallen komt transport over de weg als alternatief naar voren, met vrachtwagens die het gas naar een centrale verwerkingslocatie brengen. Dat biedt flexibiliteit, maar vraagt ook om goede planning en coördinatie.
Technologische ontwikkelingen
De technologie rondom biogas blijft zich ontwikkelen. Installaties worden flexibeler en kunnen hun productie aanpassen aan de beschikbaarheid van stroom op het net. Ook zijn er innovaties die het rendement verhogen. Een voorbeeld is Power-to-Gas, waarbij waterstof en CO₂ worden gecombineerd om extra methaan te produceren. Dit kan de output met tientallen procenten verhogen. Zulke technologieën maken het mogelijk om biogas efficiënter en duurzamer te benutten.
Belemmeringen voor groei
Ondanks de voordelen zijn er ook knelpunten. Een stabiele aanvoer van organisch materiaal is noodzakelijk voor een betrouwbare productie. Daarnaast zijn investeringen in installaties nog vaak afhankelijk van subsidies of andere vormen van overheidssteun. Zonder een voldoende hoge CO₂-prijs is het lastig om concurrerend te zijn met fossiel gas. Ook moeten vergunningstrajecten en logistieke processen soepeler verlopen om schaalvergroting mogelijk te maken.
De Nederlandse situatie
Ook Nederland komt aan bod in het rapport. De onderzoekers zien hier een sterk potentieel voor industriële inzet van biogas, vooral in sectoren zoals voedselverwerking en zuivel. Nederland beschikt over een goede infrastructuur, maar loopt nog tegen knelpunten aan. De regelgeving rond mestverwerking is complex, en dat belemmert soms de inzet van digestaat als meststof. Verder vraagt de aansluiting op het gasnet om maatwerk, zeker bij kleinere installaties. Wel zijn er positieve ontwikkelingen: in enkele regio’s werken bedrijven samen met waterschappen en agrariërs om reststromen gezamenlijk te vergisten. Deze initiatieven tonen aan dat er draagvlak is, maar dat het beleid eenvoudiger en consistenter moet worden om echt op te kunnen schalen.
Praktijkvoorbeelden
Het rapport bespreekt voorbeelden uit tien landen, waarbij telkens duidelijk wordt dat toegang tot infrastructuur en regelgevend kader bepalend zijn voor het succes van biogasprojecten. Vooral in de voedingsmiddelenindustrie zijn er al stappen gezet richting grootschalige toepassing, vaak ondersteund door een duidelijke strategie en samenwerking binnen industriële clusters.
Biogas biedt een kansrijke route naar duurzame energie binnen de industrie. De technologie is volwassen en toepasbaar in verschillende bedrijfsmodellen. Toch is het succes afhankelijk van duidelijke beleidskeuzes, betrouwbare logistiek en verdere technologische verbetering. Als deze voorwaarden op orde zijn, kan biogas een volwaardige rol spelen in de energietransitie van de industrie.
Download het volledige rapport: Biogas Systems in Industry – an analysis of sectoral usage, sustainability, logistics and technology development